Bezoek aan Grand Prix van België

Gepubliceerd door Joris Verwijst op

Op 30 augustus heb ik de Grand Prix van België bezocht. Samen met twee klasgenoten wilde ik graag eens een dergelijk event zelf bezoeken, om te ervaren hoe het is om de Formule 1-auto’s in het echt te zien. Mede vanwege de presentatie tijdens de SPECOtour over de Grand Prix op Zandvoort was ik erg benieuwd hoe men de Formule 1 in België aanpakt. Op het oranje gekleurde circuit Spa-Francorchamps beleefde ik een prachtige dag!

Inmiddels werk ik via VerwijstMedia ruim anderhalf jaar voor F1Maximaal, maar ik was nog niet eerder in de gelegenheid om de koningsklasse van de autosport met eigen ogen te aanschouwen. Hoog tijd dus om dit oranje feestje te aanschouwen. Na een korte file kwamen we ’s ochtends vroeg al aan bij het circuit, waarna we direct de tribunes opzochten voor de eerste vrije training.

Foto: Getty Images/Red Bull Content Pool

Daarna zijn we een stuk rond het circuit gaan lopen, om meerdere delen van de baan te zien. Wat mij direct opviel, is de manier waarop de Formule 1 doordrenkt is met commercie. De budgetten van de grote teams gaan over ruim honderden miljoenen euro’s en die moeten ergens verdiend worden. Merchandising is daarbij ontzettend belangrijk en dat werd snel duidelijk: om de zoveel meter stonden gigantische pop-up kramen, met daarbij alle denkbare vormen van merchandising van de diverse merken.

Het team van Red Bull Racing had speciaal voor dit weekend een oranje cap gelanceerd, à €45… Zo waren er nog wel meer voorbeelden van het feit dat de Formule 1-wereld erg commercieel is ingesteld. Ergens is dat natuurlijk wel logisch, vanwege de gigantische budgetten die er nodig zijn. Dat neemt niet weg dat ik het fascinerend vind om te zien dat er zo ontzettend veel aandacht gaat naar merchandising.

Foto: Joris Verwijst

Ook de media-aandacht tijdens een dergelijk event is gigantisch. Waar bij wedstrijden in de Keuken Kampioen Divisie vaak maximaal twee of drie collega’s aan het werk zijn, gaat het in de Formule 1 over vaak wel honderd fotografen. Zij werden door de organisatie met busjes langs de baan gereden om zo van iedere situatie de beste foto’s te kunnen maken. Een compleet andere situatie dus dan wat we hier in Nederland gewend zijn, waarbij organisaties fotografen nog weleens als lastig beschouwen.